Hoe werken we?
Klimaatslimme landbouw als visie
Klimaatwetenschap en -beleid zijn onderverdeeld in twee pijlers: (a) het verminderen van broeikasgasemissies (= mitigatie) en (b) het aanpassen aan klimaatverandering (= adaptatie). In de landbouwsector zijn deze pijlers vaak nauw met elkaar verbonden, waarbij veel maatregelen op beide fronten tegelijk werken en tevens bijdragen aan de algemene duurzaamheid. Het succes van klimaatmaatregelen in de landbouw wordt beïnvloed door diverse factoren, zoals het wettelijk kader, technische kennis, beschikbare middelen en arbeidsintensiteit. Om deze complexiteit te vatten, wordt er binnen het landbouwonderzoek gesproken over ‘Climate Smart Agriculture’ (CSA) of ‘klimaatslimme landbouw’. Climate Smart Agriculture is een denkkader met drie expliciete doelstellingen:
(1) Mitigatie - de reductie van broeikasgassen
(2) Adaptatie - het aanpassen aan het nieuwe klimaat
(3) Duurzame productie
Effectieve klimaatmaatregelen zijn maatregelen die met álle drie deze doelstellingen rekening houden. Pas dan kunnen we spreken van een Klimaatslimme landbouw. Probleemverschuivingen moeten ten allen tijde vermeden worden.
Multidisciplinariteit en systeemdenken als troeven
Een belangrijke troef van ELK is de holistische benadering van vraagstukken rond landbouw en klimaat, waarbij rekening wordt gehouden met de complexe interactie tussen mitigatie, adaptatie en duurzaamheid. De multidisciplinaire kennis binnen ILVO en de expertise in systeemdenken dragen bij aan die geïntegreerde aanpak. Het ELK brengt experts van verschillende ILVO-eenheden samen, waardoor diverse kennisgebieden bijdragen aan een alomvattend antwoord op complexe vraagstukken.
Systeemdenken houdt in dat alle aspecten - maatschappelijke actoren, economische parameters, milieuaspecten,… - worden meegenomen bij het bestuderen van landbouw- en klimaatvraagstukken. Al deze facetten zijn immers onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het begrijpen van deze wisselwerking is essentieel om klimaatslimme strategieën te ontwikkelen en probleemverschuivingen te voorkomen. We moeten bijvoorbeeld vermijden dat een lagere broeikasgas-uitstoot in Vlaanderen gepaard gaat met een toename elders. Daarnaast is het belangrijk om alle relevante actoren die betrokken moeten zijn bij klimaatonderzoek in kaart te brengen. Draagvlak en betrokkenheid zijn immers cruciaal voor een succesvolle implementatie van klimaatslimme strategieën. Dat kan onder andere via rekentools voor consulenten en adviseurs, demonstratieprojecten, focusgroepen en transdisciplinaire overlegplatformen.
Hieronder zie je het resultaat van zo’n systeemdenkoefening die binnen het ELK werd uitgevoerd, voor de thema’s klimaatmitigatie, klimaatadaptatie, en duurzaam bodembeheer.