Mariene omgeving

In 2007 verbruikte de Belgische visserij gemiddeld 2,65 liter brandstof per kilogram vis. In 2015 werd dit verbruik gereduceerd tot 1,59 liter brandstof per kg gevangen vis, onder meer door verouderde motoren te vervangen door gas- en elektrische motoren. Om het verbruik van fossiele brandstoffen -en de bijhorende broeikasgasemissies- verder te verlagen voert het ILVO onderzoek naar een energiezuinige visserij waaronder visserij zonder bodemcontact.

De aquacultuur is een groeiende sector en vormt een milieuvriendelijk alternatief voor de intensieve visserij. Maar ook aquacultuur verbruikt energie en stoot allerlei nutriënten uit. Binnen het ILVO worden diverse innovaties ontwikkeld om de energie- en nutriëntenefficiëntie van aquacultuur te verhogen. Dit onderzoek behelst onder meer geïntegreerde, extractieve aquacultuur op zee en ZORAS voor aquacultuur aan land. Daarnaast is aquacultuur een mogelijke partner in de realisatie van een ecologische kustverdediging. Oester- en mosselbanken in de vooroever van de kust houden het zand en sediment vast. Het ILVO voert onderzoek naar de potentie van aquacultuur als een ecologische vorm van kustverdediging.

Het opwarmen van de aarde, inclusief de Noordzee, brengt diverse processen op gang en vissers moeten hun activiteiten aanpassen aan het nieuwe klimaat. Ze worden onder meer geconfronteerd met een verschuiving van de visgronden ten gevolge van het warmere zeewater. Sommige soorten zoöplankton migreren naar meer noordelijke wateren en bijgevolg schuiven ook sommige vispopulaties mee op naar het noorden. Andere soorten duiken voor het eerst in onze wateren op en vormen een nieuwe mogelijke doelsoort voor de Belgische vissers. Daarnaast kunnen deze soorten een bedreiging vormen voor de huidige soorten. Het ILVO evalueert op geregelde basis het risico van door het klimaat geïntroduceerde invasieve soorten.