Blog | Inspirerend verhaal | Toepassers aan het woord Portret van een klimaatboer: Veerle & Colin

In dit interview maken we kennis met Veerle en Colin, een koppel gepassioneerde veehouders met een hart voor het klimaat. Veerle vertelt ons over de transitie van een klassiek melkveebedrijf naar een duurzaam en klimaatrobuust landbouwbedrijf, en deelt ervaringen en uitdagingen bij het implementeren van klimaatmaatregelen.

LOCATIE: Geraardsbergen, Oost-Vlaanderen, België

EIGENAREN: Veerle Vekeman en Colin De Beir

Wie zijn jullie?

Twee jaar geleden namen mijn man en ik het melkveebedrijf van mijn ouders over. Het bedrijf was toen nog een klassiek melkveebedrijf, met focus op de productie van matten voor de Geraardsbergse mattentaarten. Omdat onze zonen het familiebedrijf absoluut willen verderzetten, hebben ook wij onze schouders gezet onder het bedrijf.
We beschikken over 12 English Longhorns die puur op gras en voor het vlees gekweekt worden, en 70 melkkoeien. Daarnaast hebben we nog akkerland (35 ha) en grasland (30 ha).

Wat vond je van de klimaatscan?

Met mijn achtergrond als milieujuriste ben ik mij bewust van de huidige uitdagingen op vlak van klimaat. Ik ging dus ook graag in op het voorstel om een klimaatscan te laten opmaken.
De eerste resultaten van de klimaatscan (Klimrek-tool) waren niet heel bijzonder. De cijfers maakten wel een aantal zaken duidelijk en onderlijnden welke maatregelen zinvol kunnen zijn. Een aantal maatregelen werden meteen aangepakt, andere staan ingepland voor de toekomst. Je kiest uit het plan wat je zelf haalbaar ziet.

Welke klimaatmaatregelen nemen jullie op jullie bedrijf?

1. Hagen, heggen en bomen: Met steun en hulp van een boslandbouwproject van Bos+ en Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen zetten wij in op hagen, heggen, (fruit)bomen en bloemenranden. Deze zorgen voor koolstofopslag en dragen bij aan een biodivers en klimaatrobuust landschap. We nemen ook deel aan het leader- project "Van stronk tot snipper" voor ondersteuning bij het onderhoud. Deze hulp is zeer welkom.
2. Grasklaver-luzerne: We zijn van 22 ha naar 10 ha voerdermaïs gegaan, door deze te vervangen met een grasklaver – luzerne mengsel. Een aandachtspunt is wel dat deze minder bemest mogen worden zodat de klaver terugkomt. Dat is even aanpassen, zowel voor ons als voor de loonwerkers. Daarnaast hebben we een aantal Waalse bioboeren bezocht om ervaring op te doen bij het hooien van zo’n weides. Zo leren we veel bij. Balen van eind vorig jaar (november 2024) hebben erg goede analyses op vlak van verteerbaarheid. Sommige weides werden al dertig jaar lang niet vernieuwd. Hier zetten we nu ook volop in, door bijvoorbeeld weides te scheuren, in te zaaien met maïs en zo te vernieuwen. Dat is niet voor alle weides haalbaar.
   
3. Triticale – veldbonen: We hebben 6 ha ingezaaid met triticale - veldbonen, met als doel een deel van de soja te vervangen in de voeder. Ik heb wel wat schrik voor de teelt en opbrengst van de veldbonen. Weinig landbouwers doen dit. We vonden wel nog een collega die hier reeds mee aan de slag gaat en ons daarin begeleidt. Bovendien krijgen we hierin ook advies van de projectadviseurs.
4. Bodemgezondheid en waterhuishouding: de overstap naar grasklaver-luzerne en bijkomend ook méteil, een mengteelt van granen en vlinderbloemigen, hebben een zichtbaar positief effect op de bodemstructuur en waterhuishouding. Ook hier is het wel een zoektocht. In het eerste jaar is het zeer goed gelukt om méteil na de maïs in te zaaien en te maaien. Vorig jaar (tweede jaar) helaas niet. Door de natte omstandigheden hebben we veel te laat kunnen maaien waardoor het gewas veel te taai was. Het was echter ook een moeilijker jaar voor andere teelten.
5. Boerderijcompostering: Hier zou ik in de nabije toekomst graag op inzetten. Met onze houtige snippers, stalmest, … zie ik zeker mogelijkheden. Je eigen mest gebruiken is tot op vandaag een uitdaging, bij onze Waalse buren lijkt dat gemakkelijker te verlopen. Ook het kader rond boerderijcompostering is nog niet goedgekeurd. Ik hoop dat hier binnenkort verandering in komt.
6. Zonnepanelen en heat recovery: Deze overweeg ik in de toekomst te implementeren.

Welke boodschap wil je nog meegeven aan je collega’s?

Ons bedrijf maakt deel uit van het Climate Farm Demo-netwerk, een Europees initiatief dat proefboerderijen samenbrengt om klimaatslimme landbouwpraktijken te demonstreren en kennis te delen. Dit netwerk biedt ons de mogelijkheid om samen te werken met andere boeren, onderzoekers en beleidsmakers, waardoor we innovatieve oplossingen sneller kunnen implementeren.
Collega-landbouwers uit de buurt zijn van onschatbare waarde. Ze helpen ons om enkele stappen te durven zetten en angst te overwinnen. Waalse collega’s – ik woon vlakbij de grens – staan naar mijn aanvoelen al wat verder op vlak van biologische landbouw en agro-ecologie en zijn voor mij een echte steun voor praktijkgerichte tips: waar ik het zaad moet halen, aan welke dichtheid ik best zaai, enzovoort. Boeren blijft een ambacht, een kunst; je hebt de ervaring echt nodig en hun ervaringen halen mij over de streep om acties te ondernemen.

“Ik ben ervan overtuigd dat we met de natuur kunnen boeren, zonder daarbij het economisch aspect uit het oog te verliezen. Het vergt wel bijzondere inspanningen. Onze landbouwers mogen hier gerust meer voor gewaardeerd worden, hun werk mag meer ‘zichtbaar’ worden. “