Onderzoeksproject Validatie van lokale rhizobia voor duurzame sojateelt in Noord-West Europa

Algemeen kader

In welke mate kunnen bepaalde lokaal-gevonden gunstige bodembacteriën de opbrengst en kwaliteit van sojaplanten verbeteren, wanneer ze tijdens het zaaien mee de grond ingaan? Dat wordt nagegaan in realistische agrarische productieomstandigheden tijdens het project SOYFARMER. Van de bewuste rhizobium bacteriën is bekend dat zij in wederzijds bevorderlijke co-existentie kunnen gaan met de plant door stikstoffixerende nodules (knolletjes) te vormen aan het wortelgestel. In een vorig VIB Grand Challenge project, Soja in 1000 tuinen, hebben burgers in heel Vlaanderen (België) via een vierkante meter aangeplante soja in hun tuin, meegeholpen om Rhizobium stammen te verzamelen. Ze werden geïsoleerd uit de nodules op de geoogste sojawortels. SOYFARMER heeft tot doel om het gebruik te valideren van 4 veelbelovende rhizobia-stammen. De onderzoekers bekijken diepgaand de al dan niet verhoogde opbrengst, het eiwitgehalte, de biologische stikstoffixatie (BNF) en de rendabiliteit van sojabonenteelt.

Onderzoeksaanpak

In veldproeven worden vier lokale rhizobia-stammen getest, samen met 2 commerciële inoculanten, op 3 verschillende sojaboonrassen in veldproeven en dat op liefst op 10 locaties verspreid over België. Op basis van deze veldproeven constateren we welke sojaboon-rhizobia combinaties het best presteren (zaadopbrengst, eiwitgehalte, BNF) in welke teeltomgevingen. We selecteren de 'gouden combinatie' die het beste toepassingspotentieel bezit in verschillende omgevingen. In jaar twee organiseren we verdere tests met de 'gouden combinatie', en vergelijken we verder met zowel controles waar de planten geen bacteriën meekregen tijdens de zaai, als met commerciële inoculanten. Dat gebeurt op 50 velden van landbouwers verspreid over België. De bekomen resultaten, aangevuld met enquêtes, dienen als input voor lokale soja-adoptiemodellen en levenscyclusanalyses.

Relevantie/Valorisatie

Validatie van onze rhizobia-stammen in diverse landbouwomgevingen is cruciaal om zaad- en inoculumbedrijven aan te trekken die de stammen verder kunnen evalueren in verschillende regio's in Europa en de wereld, en ze uiteindelijk op de markt kunnen brengen. Inzichten die zijn verkregen uit de soja-adoptiemodellen en levenscyclusanalyse die tijdens dit project zijn ontwikkeld, zijn o.i. cruciaal om een geïntegreerd beeld te krijgen van hoe boeren aankijken tegen de introductie van dit belangrijke eiwitgewas op noordelijke breedtegraden in Europa, en hoe deze introductie de koolstof- en N-voetafdruk van Europese levensmiddelen en diervoeders zou beïnvloeden.

Financiering

VIB - Vlaams Instituut voor Biotechnologie